Kinderboekenweek 2021 – Interview met Liet Kombrink
Het derde blog van de Kinderboekenweek serie is een interview met Liet Kombrink. Als kind was zij een dromer, maar de interesse voor schrijven is nooit verdwenen. Na ontevredenheid bij uitgevers heeft ze besloten om het heft in eigen handen te nemen. In januari 2020 heeft ze haar eerste kinderboek ‘’Opa Daantje doet het niet meer’’ uitgegeven via BoekenGilde.
Iets meer dan een jaar later volgde daar ‘’Roef en oma’’. Een kinderboek vol met vrolijke, ongecompliceerde verhalen over oma en haar kleinzoon waar bijna altijd wel iets geks gebeurt. Als kers op de taart is ‘’Roef en oma’’ ook nog eens opgenomen door NBD Biblion!
Wat wilde je vroeger worden en wat ben je geworden?
‘Als kind was ik een dromer, ik fantaseerde graag en toen ik eenmaal had leren lezen en schrijven schreef ik mijn eerste verhaaltjes al. Maar schrijver willen worden kwam niet in me op, dat werd in die tijd echt niet gezien als een serieus beroep.
Ik vond en vind het heerlijk om met kinderen bezig te zijn en daarom wilde ik graag kleuterleidster worden, zoals dat in die tijd nog heette. Dat werd me echter sterk afgeraden, want de opleidingen zaten overvol en ik zou nooit aan werk komen. Naar die ‘wijze raad’ heb ik, als zestienjarige in lastige omstandigheden, geluisterd. Omdat ik niets anders wist, ben ik mijn oom op kantoor gaan helpen. Hij had een fabriek en kon moeilijk aan kantoorpersoneel komen. Zo belandde ik in kantoorwerk, iets waar absoluut mijn hart niet lag. Toen ik trouwde en kinderen kreeg, vond ik na een paar jaar vertaalwerk, en ik heb zo'n dertig jaar eenvoudige romannetjes vertaald uit het Duits. Dat had veel met schrijven te maken, was goed te combineren met een gezin en ik vond het heel leuk om te doen.
Mijn droom was en bleef echter een kinderboek maken. Pas nu ik ouder ben, heb ik de tijd en de rust om te schrijven en — niet onbelangrijk — ik kreeg een paar mooie vertaalopdrachten die me financieel in staat stelden om prachtige illustraties te laten maken, en illustraties vind ik essentieel voor een boek voor kinderen.’
Wanneer ontstond het idee om zelf een kinderboek te schrijven?
‘Het idee was er dus al heel lang, maar telkens als ik mijn eerste manuscript met verhaaltjes over dieren instuurde naar een uitgever kreeg ik het terug met een ‘past niet in ons fonds’. Ik had geen idee waarom dat zo was, ik zag niet wat er aan mijn verhalen mankeerde, tot iemand me wat feedback gaf waar ik wat mee kon. Evengoed had ik genoeg van uitgevers, die je maanden laten wachten of zelfs nooit iets laten horen, en ik besloot om alles van A tot Z zelf te organiseren. Ik ben op zoek gegaan naar een illustrator, en over het werk van Susanne Kolster was ik meteen heel enthousiast. Opa Daantje doet het niet meer was voor ons allebei het eerste boek en het was een heel avontuur. We hadden de smaak goed te pakken, en Roef en oma volgde.
Onze samenwerking heeft geresulteerd in twee prachtige, inhoudelijk totaal verschillende kinderboeken.’
Wat wil jij jouw jonge lezers meegeven?
‘Ik schrijf voor kinderen tussen de vijf en acht jaar, misschien een beetje jong om al iets mee te willen geven. Het belangrijkste is naar mijn idee dat je leest voor je plezier en geniet van de verhalen en de illustraties. En van de momenten van samenzijn, want op deze leeftijd wordt er natuurlijk nog veel voorgelezen.’
Welke tip heb jij voor dromers die ook hun eigen boek willen uitgeven?
‘Dromers die hun eigen boek willen uitbrengen zou ik willen adviseren: volg je hart en je dromen zoveel als je kunt, of het nu om schrijven gaat of iets anders. Geniet van het hele proces en zorg voor kwaliteit. Een boek vol taalfouten wordt heel snel weggelegd. Succes hebben als schrijver is maar voor weinigen weggelegd, laat je eigen plezier in het creëren van een boek je grootste beloning zijn!’