Je hebt al jaren een idee in je hoofd voor het schrijven van een kinderboek. In gedachten ken je de hoofdrolspelers al en je ziet de illustraties voor je. Nu wordt het tijd om dat kinderboek te gaan schrijven. Maar hoe schrijf je een kinderboek? Ga je gewoon aan de slag of heb je een daadwerkelijk plan van aanpak nodig?
Voordat je begint met schrijven, hebben wij nog een paar tips voor je zodat je het kinderboek schrijft waar je trots op bent! In dit blogartikel vind je de volgende schrijftips voor een kinderboek:
Voordat je begint met het schrijven van kinderboeken, is het goed om over een aantal zaken na te denken. Voor welke leeftijd is het boek? Past de hoofdpersoon bij de doelgroep? Zijn de lezertjes of toehoordertjes in staat het verhaal te begrijpen?
Allemaal vragen die je het beste kunt beantwoorden voordat je begint met schrijven. Daarom hebben we de volgende tips voor het schrijven van een kinderboek voor je samengesteld.
Met name bij het schrijven van een kinderboek is het bepalen van de leeftijd en geslacht erg belangrijk. Er zit een wezenlijk verschil tussen schrijven voor jongetjes van 6 tot 9 jaar en schrijven voor meisjes van bijvoorbeeld 10 tot 12 jaar. Verdiep je eens in de belevingswereld van deze kinderen en hanteer een consistente schrijfstijl in je kinderboek.
Grofweg worden de leeftijdscategorieën als volgt ingedeeld:
Vanaf 3 jaar wordt de tekst bij de afbeeldingen in een kinderboek belangrijker. Ze kunnen weliswaar zelf nog niet lezen, maar worden graag voorgelezen. Op deze leeftijd geloven kinderen heel erg in sprookjes en hebben een rijke fantasie.
Vanaf deze leeftijd leren kinderen zelf lezen en zijn kinderboeken vaak ter ondersteuning van de leesvaardigheid. Let hierbij op het aantal lettergrepen per woord en de lengte van de zinnen. Naarmate ze ouder worden, krijgen ze een eigen realistische kijk op de wereld. Verhalen mogen dan ook realistischer worden.
De kinderboeken bevatten meer realistische verhalen. Al blijft de hang naar fantasieverhalen groot op deze leeftijd. Complexe en dikkere kinderboeken kunnen ze op deze leeftijd al wel lezen.
Er is nauwelijks nog sprake van een kinderboek. Jeugdboeken is een betere benaming. Kinderen lezen realistische verhalen met herkenbare situaties van thuis en op school.
Voor kinderen is herkenbaarheid erg belangrijk. Een hoofdpersonage in een kinderboek is snel herkenbaar wanneer deze net iets ouder is dan de lezer zelf. Is de lezer 6 - 9 jaar? Laat dan de hoofdfiguur bijvoorbeeld 9 tot 10 jaar zijn. Herkenbaarheid wordt vergroot als het verhaal zich afspeelt in het hier en nu. Vooral jongere kinderen leven erg in het nu.
In kinderboeken is het verstandig letterlijk te vertellen wat er gebeurt en wat de gevolgen daarvan zijn. Houdt hierbij rekening met de eerder genoemde richtlijnen met betrekking tot lettergrepen en lengte van zinnen. Poëtisch taalgebruik en veel moeilijke woorden schieten hun doel voorbij in een kinderboek. Beter is beschrijvingen direct te laten aanspreken op één van de vijf zintuigen. Wees dus letterlijk en helder.
De dialoog is ook een prettig verschijnsel in een kinderboek. Je laat hiermee de personages goed naar voren komen en bij het voorlezen kun je het verhaal via de eigen gesproken woorden levendiger maken.
Het aloude adagium 'Less is more' geldt ook voor kinderboeken. Kinderen hebben een heel rijke fantasie, één enkele zin kan ze al in een andere wereld brengen. Gebruik die werkwoorden die direct duidelijk maken wat er gebeurt en beperk het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. Herhaal regelmatig, zodat de betekenis van moeilijke woorden gaandeweg duidelijk wordt uit het zinsverband.
Lange zinnen met veel leestekens bevatten vaak meerdere gedachten of onderwerpen. Dit kan verwarrend zijn voor kinderen. Als je bijvoorbeeld ergens een komma moet gebruiken om iets uit te leggen, probeer dan de zin op te delen in twee regels.
Zorg dat elk hoofdstuk een kort verhaaltje op zich is. Kinderen kunnen zich nog niet zo lang concentreren. Bovendien is het voor jezelf gemakkelijker om steeds een afgerond verhaal te maken.
Tot slot, lees je verhalen veel voor aan kinderen. Op die manier merk je meteen of je kinderboek aanslaat. Je hebt met kinderen een zeer kritisch publiek, ze doen namelijk nooit alsof ze het leuk vinden. Hangen de kleine luisteraars aan je lippen? Dan wordt het tijd om je eigen kinderboek compleet te maken en kun je jouw boek laten drukken.