‘In 2021 heb ik mijn eerste boek uitgegeven, Einde aan de duisternis, een persoonlijk verhaal. Daarvoor heb ik een persbericht aan de landelijke pers uitgestuurd, wat een aantal interviews opleverde. Ik stond in het AD en de lokale kranten die daarbij horen, dat was een mooie start. Later kwam daar het zaterdagmagazine van de Volkskrant bij.
Via de Facebookgroep RUM (Roept U Maar) kwam ik daarna aan interviews met tijdschriften: Margriet, Libelle, Vriendin, een vakblad; er kwam van alles voorbij. Elke maand was het wel weer raak. Het hielp dat ik een ongewoon onderwerp had (over hoe het is als moeder als je kind depressief en suïcidaal is). Dat sprak veel media aan en die kans heb ik met beide handen aangegrepen. Ik miste destijds zelf de herkenning, de aandacht gaat vaak naar de patiënt zelf, maar het hele gezin lijdt mee. Hierdoor heb ik veel andere ouders kunnen bereiken die vervolgens lieten weten zich geholpen te voelen met mijn boek. Heel fijn.
Via een vriendin, die ik een paar jaar daarvoor had ontmoet toen we beide over dit thema werden geïnterviewd door de LINDA., kwam ik terecht bij een podcast, waar ik een uur (!) mocht vertellen over mijn boek en de achtergrond ervan.
Ik heb een podcast gemaakt waarin ik deelde wat mij had geholpen, waar ik tegenaan was gelopen, waar ik hulp bij had gezocht. Die wordt nog steeds aardig beluisterd.
In de nieuwsapp van RTL Nieuws is er elke zondag een rubriek voor mensen die iets heftigs hebben meegemaakt en daar sterker uit zijn gekomen. Ik meldde me aan en kreeg een interview.
Voor mijn eerste fictieboek Rancune, deel één uit de reeks Moord op de Brabantse Wal, zette ik een website op waarop ik blogs deelde over mijn idee en af en toe over het schrijfproces. Die deelde ik op social media, ik maakte een pagina aan op Facebook en benaderde daarmee lokale nieuwsgroepen. Mijn fictieroman speelt zich af in en rond Bergen op Zoom, dus allerlei groepen die zich bezighouden met lokaal nieuws konden op een berichtje van mij rekenen. Niet overal werd het toegestaan, maar het zorgde voor aandacht.
Ik benaderde de lokale krant (In de buurt) en kreeg een interview met foto. Dat interview kwam vervolgens ook in BN de Stem; heel fijn! In dat interview noemde ik gelijk dat ik al begonnen was met deel twee. Daar wordt nu ook al reikhalzend naar uitgekeken.
De belangrijkste locatie die in het boek genoemd wordt, is een stadspaleis. Ik heb daarom een blog geschreven met een beknopte verhaallijn en het paleis er nadrukkelijk in genoemd. Dat werd door ze opgepikt en verspreid onder hun eigen contacten.’
‘Al ver voordat het uitkwam, zo’n vier maanden van tevoren. Zo maakte ik mensen warm, ze keken ernaar uit. Door steeds een tipje van de sluier op te lichten, bleven ze geïnteresseerd: de titel bekendmaken, de omslag delen, een fragment uit het eerste hoofdstuk. Mensen konden zich inschrijven op mijn website zodat ze als eerste op de hoogte werden gebracht en een paar weken voor de verschijningsdatum konden ze het alvast kopen. Dat liep als een tierelier.’
‘Nee, de stappen volgden zich vanzelf. Doordat ik bij mijn eerste boek al veel had uitgevogeld en veel hulp had gekregen, ging dit eigenlijk vanzelf.’
‘Alles wat ik maar kan gebruiken. Ik ben vooral actief op Facebook, iets minder op Instagram en nog iets minder op Threads. Er moet tussendoor ook nog gewerkt worden. Mijn LinkedIn hou ik voor mijn werk, ik heb daar een duidelijke keuze in gemaakt.
Ik heb de VVV benaderd of mijn boek daar mocht liggen en dat mocht! Zij maakten prompt een superleuk filmpje met mijn boek dat op hun socials werd verspreid.
Aan een boekhandel in mijn dorp stelde ik dezelfde vraag en hij zei ja. Daar heb ik er echt heel veel boeken kunnen verkopen, met een spontane signeersessie op een kerstmarkt. Als ze ’s morgens mijn boek al hadden verkocht, werd erbij gezegd dat ik ’s middags zou komen. Mensen kwamen er speciaal voor terug. Er stond nog net geen rij.’
‘Ja! Het stadspaleis had mijn bericht opgepikt en gedeeld. Ik dacht: doe eens gek, ik ga vragen of ik mijn boekpresentatie daar mag houden. En dat mocht! Ik was dolblij. Eerst werd er gezegd dat dat duizend euro kostte (gloek). Toen ze hoorden dat ik bij mijn boekpresentatie werd bijgestaan door singer/songwriter Elly Kelner (zij had bij een ander evenement ook in het paleis opgetreden), mocht het gratis! Te gek. Enige voorwaarde: ik moest een stukje voorlezen waarin het paleis genoemd werd. Dat was natuurlijk helemaal oké.
Ik had de smaak te pakken en dacht: ik nodig de burgemeester uit om haar het eerste exemplaar te overhandigen. Zij kwam niet maar wel de wethouder van onder andere cultuur. Superblij mee.
Onlangs reageerde ik op de oproep van Eus’ Boekenclub en nu mag ik binnenkort komen opdraven in de uitzending! Hoe gaaf is dat? Een interview over mijn boek voor de televisie; spannend, maar zó leuk.’
‘Think big! En zoek een goede redacteur. Die scherpe blik is onmisbaar. Dankzij mijn vertaalachtergrond had ik al veel contacten in die wereld.’
‘Hoewel ik mezelf pas sinds kort schrijver noem, heb ik wel een schrijvend beroep. Ik maak al ruim twintig jaar ondertitels voor bioscoop en televisie. Daarnaast ben ik liefdescoach; ik begeleid vrouwen die op zoek zijn naar een liefdevolle relatie en die vastlopen op de datingsite.
Schrijven is mijn uitlaatklep. Op mijn negende schreef ik in een verloren half uurtje een gedicht en stuurde het naar de krant. Het werd nog geplaatst ook. Later volgden heeeeel veel korte verhalen die verder een roemloos einde zijn gestorven, twee romans met hetzelfde tragische lot en toen was ik los. Blogs over van alles, een feuilleton voor een opdrachtgever en heel veel ondertitels. De boeken die ik schrijf, zijn ontstaan uit een soort van grap. Na tig afleveringen Midsomer Murders dacht ik: dat kan ik ook schrijven. En het eerste deel was best een hit! Deel twee komt eraan, ik stoom lekker door.’